Jouw kraamtijd
Ook nu zijn we er voor jullie
De eerste week na je bevalling heet de kraamtijd. In deze periode zijn wij er voor jou en je partner. De kraamverzorgende assisteert ons bij de bevalling en zorgt de eerste week thuis nog voor jullie. Ook als je in het ziekenhuis bent bevallen zijn wij er voor jou en je partner in deze week. We komen een paar keer langs en hebben korte lijntjes met je kraamverzorgende over hoe het gaat. Zes weken na de bevalling zien we je graag nog terug voor de afsluitende nacontrole.
Al onder controle in het ziekenhuis?
Dan ben je mogelijk op zoek naar een verloskundigenpraktijk die ná jouw bevalling zorg verleent tijdens de kraamweek. Dat wordt een los kraambed genoemd. Ook dat doen we graag. Met de knop hieronder kun je je aanmelden.
Wat kun je verwachten in je kraamweek?
Beschuit met muisjes, familiebezoek, veel kaartjes waarschijnlijk en aangifte doen. Een kinderwagen in de gang en helaas, gebroken nachten. Bij dit alles kun je rekenen op onze betrokkenheid om jullie een goede start te geven. Hieronder kun je meer lezen over de kraamweek.

Kraamzorg
Na je bevalling heb je recht op kraamzorg. In de eerste week komt de kraamverzorgster bij je thuis om jullie te ondersteunen in de overgang naar het ouderschap. Ze doet controles bij moeder en baby en geeft informatie over de verzorging van je kindje. Als je borstvoeding wilt gaan geven is de kraamzorg er om je te helpen bij het aanleggen en voeden.

Controles voor moeder en baby
Na de bevalling moet je lichaam herstellen. De kraamverzorgende controleert dagelijks je pols en temperatuur, de hoogte van je baarmoeder, het bloedverlies en je hechtingen als je die hebt. Na een keizersnede houdt ze de wond in de gaten. Indien nodig meet de verloskundige je bloeddruk.
In de eerste dagen verliezen alle baby’s wat gewicht. Samen met de verloskundige houdt de kraamverzorgende in de gaten dat je baby weer gaat groeien en dat hij of zij voldoende poept en plast. Als er problemen met de voeding zijn denken ze met je mee. De temperatuur van je baby kan in de eerste dagen nog wat schommelen. De kraamverzorgende legt je dan uit waar je op moet letten.

Borstvoeding of kunstvoeding
Na de geboorte wordt de navelstreng doorgeknipt en gaat je kindje zelf drinken. Je kunt ervoor kiezen om borstvoeding te geven of om kunstvoeding aan te bieden.
In de zwangerschap zullen we het hier al met je over hebben, zodat je een keuze kunt maken die bij jou past. In de eerste dagen is een babymaagje nog erg klein en zal je kindje elke 2 tot 3 uur willen drinken, ook ’s nachts.

Hielprik en gehoorscreening
In de kraamweek komt een medewerker van de Jeugdgezondheidszorg langs om de hielprik en gehoorscreening uit te voeren. Via een hielprik neemt de medewerker bloed af bij de baby. Dit bloed wordt onderzocht op zesentwintig zeldzame aandoeningen, meestal stofwisselingsziekten. Je krijgt zo snel mogelijk de uitslag hiervan.
De gehoortest meet of de oortjes goed zijn aangelegd. Wanneer dit goed is, krijg je gelijk de uitslag. Als de meting niet goed is kan je kindje verder onderzocht worden. Soms moet de meting na een week opnieuw, omdat er water of oorsmeer in het oor zit.
Nacontrole
Na 6 weken plannen we een nacontrole met de verloskundige die bij je bevalling was. Op deze nacontrole kun je je laatste vragen stellen, bespreken we je bevalling na en kijken we nog naar eventuele wonden. We bespreken de opties voor goede anticonceptie als je daar behoefte aan hebt. Zo sluiten we de zorg officieel af. De huisarts is weer je eerste aanspreekpunt bij klachten en vragen. De controles voor je baby heeft het consultatiebureau inmiddels overgenomen.